Het Lichaam II
(Ciało II)
het skelet
het bekken
de heup
de schedel
de ribbenkast
de rib
de wervelkolom, de ruggengraat
de botten, de beenderen
de tanden
het tandvlees
de kaak
de tand
de vulling
het gaatje
het hart
de aders
other plural: aderen
de slagaders
het bloed
de longen
de luchtpijp
de hersenen
other plural: hersens
de nier
de knieschijf
de bloedvaten
szkielet
miednica
biodro
czaszka
klatka piersiowa
żebra
kręgosłup
..
ząb
dziąsła
szczęka
ząb
pląba
ubytek
serce
żyły
tętnice
krew
płuca (plural)
tchawica
mózg
nerka
rzepka
naczynia krwionośne