cyclist |
fietser |
bicycle lane
|
fietspad |
I rode my bike to school.
Ik ben met de fiets naar school gereden.
We went for a bike ride.
We zijn gaan fietsen.
Can you give me a ride?
Kan je me een lift geven?
Would you like to ride with us?
Wil je met ons meerijden?
They hailed a taxi
Ze hielden een taxi aan
Hitchhiking is illegal here.
Liften mag hier niet.
public transportation |
openbaar vervoer |
rail station |
treinstation |
bus station |
busstation |
platform |
perron |
Our train was 45 minutes late.
Onze trein had 45 minuten vertraging.
Are you going to take the subway or the bus?
Ga je met de metro of met de bus?
Did you manage to catch the bus?
Was je op tijd voor de bus?
I missed the bus.
Ik miste de bus.
I hope you make it to work on time.
Ik hoop dat je op tijd op het werk geraakt.